Jan Bosschaert werd geboren in Borgerhout in 1957. Hij volgde een opleiding Vrije Grafiek aan het Sint-Lucasinstituut in Brussel. Zijn jeugdwerk werd in 1996 gebundeld in het boek De rode draad. In 1982 debuteerde hij met het tekstloze album Icarus. Het verhaal Pest in het paleis, een politieke satire naar het scenario van Guido van Meir, zorgde dankzij de voorpublicatie in het weekblad Humo voor de doorbraak naar het grote publiek. Omni. 20.000 millirem onder zee werd gepubliceerd in het striptijdschrift Sjors & Sjimmie en werd in 1987 in een album gegoten. Dit verhaal over een soort ecologisch A-team werd geschreven door Jan Van Die en Wilbert Plijnaar. In 1989 maakte Jan Bosschaert met Marc Legendre een catalogus in stripvorm voor modeontwerper Walter van Beirendonck: Walter: King Kong Kooks. Dit was het begin van een samenwerking die de reeks Sam voortbracht. Van Sam zijn ondertussen acht albums verschenen bij Standaard Uitgeverij. De reeks gaat over een meisje dat verliefd is op een oude Porsche. Samen met Legendre maakte hij ook nog twee Sam-albums speciaal voor Fabrimetal. En voor Aquafin maakten ze samen een gesmaakt stripje, Red Neptunus, over de watervervuiling. In 1991 kreeg Bosschaert de Bronzen Adhemar voor zijn ganse oeuvre, de hoogste onderscheiding voor een striptekenaar in Vlaanderen. In 1997 kreeg hij de Prix Jeunesse op het stripfestival Bédéciné te Illzach in Frankrijk. In 1998 verscheen het eerste album van De Geverniste Vernepelingskes, waarvoor Urbanus de scenario's schrijft. Een satirische kijk op de BV-wereld. Het tweede deel verschijnt in oktober 2002. Daarnaast werkt hij nu met scenarist Jean Dufaux aan de trilogie Jaguar, een mysterieus verhaal dat zich in twee parallelle werelden afspeelt, uitgegeven bij Casterman. Het eerste deel verscheen in 2001, het tweede deel verschijnt eveneens in oktober 2002. In 2002 ontving Bosschaert de Prix Meilleur Album op het stripfestival Darnétal te Rouen en de Prijs beste Nederlandstalige Auteur op het festival 9e Kunst Brussel 2002. Naast strips maakte Bosschaert illustraties voor tijdschriften als Humo, Playboy, Flair, Feeling, Ché en een opgemerkte reeks pin-ups voor P-Magazine. Hij illustreert vooral jeugdboeken, waaronder de meeste boeken van Marc De Bel en de Top-reeks van Uitgeverij Averbode. Ook cd-hoezen (o.a. voor Jan De Wilde) en affiches (o.a. voor Saint-Amour) vloeien er uit zijn pen. Als Bosschaert nog even de tijd heeft, kan hij het schilderen niet laten. Hij stelt regelmatig tentoon en in 1983 behaalde hij met zijn schilderwerk de Provinciale Prijs voor Schilderkunst van de Provincie Antwerpen. (c)Standaard