Auteur - Jean Dufaux

Auteur: Jean Dufaux

Geboren op 7 juni 1949 in Ninove (België)
Hij is een groot filmliefhebber en schrijft zich in bij het Instituut des Arts et Diffusion in Brussel. Van 1969 tot 1973 maakt hij zich vertrouwd met de cinematografische methodieken, die later zijn schrijfstijl op het gebied van stripscenario’s beïnvloeden.

Na zijn opleiding aan het Instituut wordt hij journalist bij Ciné-Presse, een tijdschrift voor filmprofessionals. In 1983 besluit hij zich in de eerste plaats op de strip te richten. Het weekblad KUIFJE is zijn eerste aanleghaven. Hij schrijft aanvankelijk veel in opdracht. Een uitstekende manier om het vak onder de knie te krijgen. In hetzelfde jaar schrijft hij samen met Vernal de serie Brelan de Dames, getekend door Renaud. Ze zullen deze eerste samenwerking niet snel vergeten.

In 1985 creëert Dufaux De avonturen van Melly Brown (tekeningen Musquera).

In 1986 maakt hij zijn entree bij Dargaud Benelux met Andreas de Florentijn (tekeningen Aidans) en met Beatifica Blues. Deze serie speelt zich af in het tijdperk van na de atoomoorlog en is getekend door Griffo. Diens werk doet een beetje denken aan dat van Bilal (je kunt je op slechtere voorbeelden richten.). Renaud en Griffo vormen al snel de harde kern van de Dufaux-strip.

Dufaux is inmiddels ook al opgenomen in de catalogus van uitgeverij Glénat met de titel Les maîtres de la brume (tekeningen Eric). Vanaf dit moment weten de uitgevers dat Dufaux zijn inwerkperiode achter de rug heeft. Zijn belangrijke personages zien nu het levenslicht. Met Renaud maakt hij Jessica Blandy, een fraaie dame, die achter een perfect uiterlijk een zwakke plek verbergt die Dufaux bij stukjes en beetjes onthult. Voor de eerste keer besteedt hij aandacht aan de psychologische kant van een personage. Deze aanpak wordt vanaf dat ogenblik zijn handelsmerk. Onmiddellijk daarop creëert hij Giacomo C. Griffo illustreert deze Venetiaanse avonturen, vrij naar Casanova, dus met een erotisch tintje.

In 1988 verschijnt De kinderen van de salamander (tekeningen Renaud). Dufaux is geobsedeerd door het bovennatuurlijke en hij belicht dat aspect elke keer vanuit een andere hoek. Hij beschouwt deze pogingen als onderdelen van een gigantische puzzel waarvan elke serie en elk album een nieuw stukje is. In een andere bovennatuurlijke wereld (voodoo) maakt hij voor Paape en Sohier De tuinen van de angst.

In het begin van de jaren 90 schakelt Jean Dufaux over op zijn turbo en wordt bekend onder de naam Jean de Productieve. Chelsy (tekeningen Joris), ontstaat in 1990 en speelt zich af in de wereld van de kunst, in de jaren ‘60. Op het Instituut had hij vooral de colleges over de psychoanalyse van de kunst gewaardeerd. Het jaar daarop lanceert hij drie series: Avel (tekeningen Durieux), Fox (tekeningen Charles) en Santiag (tekeningen Renaud). Hij publiceert tevens het eerste deel van een reeks gewijd aan zijn geliefde schrijvers: Sade (tekeningen Griffo), Pasolini (tekeningen Rotundo), "Balzac" (tekeningen Savey), Hemingway en Hammett (tekeningen Malès).

In 1992 lanceert hij via Sang de Lune Vivianne Nicaise. Hij blaast Beatifica Blues, een wereld die hem nauw aan het hart ligt, nieuw leven in. de tweede cyclus is getiteld Samba-Bugatti. Een jaar later verschijnt de cyclus Les Voleurs d’Empires (tekeningen Jamar). In hetzelfde jaar gaat een langgekoesterde wens in vervulling. Samen met Rosinski creëert hij De Klaagzang van de verloren gewesten.

In 1994 maakt hij een uitstapje naar Aire Libre met Monsieur Noir, in twee delen. De tekenaar is Griffo. Zoals steeds weer blijkt, is Dufaux trouw aan zijn medewerkers. Hij is een van die zeldzame scenaristen die telkens weer een andere wereld kunnen scheppen, maar de lezer altijd een origineel en herkenbaar verhaal weten te vertellen. De uitgevers vragen nu gericht naar strips in Dufaux-stijl. Maar de scenarist heeft besloten wat minder productief te zijn om de stukjes van zijn puzzel des te beter te kunnen polijsten.
(c) Arboris

Einde van deze pagina.